Dit artikel verscheen eerder op Vrijspreker.nl en is geschreven voor libertariers.
Lange tijd heb ik vrijheid omschreven als “de gelegenheid om over jezelf en de vruchten van je arbeid te beschikken”. Deze definitie sluit naadloos aan op het non-agressie-principe en een afkeer tegen initiatie van geweld. Als mensen iets met elkaar doen op basis van instemming, is er geen sprake van agressie, als iemand dwang gebruikt wel. Dwang gebruiken is niet normaal. De meeste libertariërs zullen het min of meer eens zijn met onderstaande stellingen:
- Iemand dwingen om zich aan regels te houden die verder gaan dan het verbieden van initiatie van geweld is op zijn minst discutabel.
- Iemand dwingen om belasting te betalen is een vorm van dwang en daarom op zijn minst discutabel.
- Iemand verbieden om iets te doen of te maken in verband met intellectueel eigendom is op zijn minst discutabel.
- Iemand verbieden om handel te drijven is op zijn minst discutabel.
- Iemand dwingen om met anderen samen te werken om een bepaald gemeenschappelijk doel te realiseren is gevaarlijk.
- Een bemoeizuchtige overheid veroorzaakt meestal veel problemen.
Helaas is de meerderheid van de Nederlanders het niet met ons eens. De meeste Nederlanders vinden initiatie van geweld niet discutabel. Dat komt doordat deze mensen ooit hebben geleerd dat vrijheid hetzelfde is als democratie. Als een besluit op democratische wijze tot stand is gekomen, is het in orde. Zelfs als de meerderheid zomaar dwang wil gebruiken. Wij libertariërs zijn het erover eens dat democratie vaak overeen komt met “de dictatuur van de meerderheid”.
Over dit grondbeginsel van libertarisme ben ik het met jullie eens. Juist in deze tijd vind ik het belangrijk om dat te benadrukken, omdat overheden vandaag vormen van dwang gebruiken die elke libertariër doen huiveren. Daarom lijkt het eigenlijk een vreemd moment om binnen de Libertarische Kerk over te gaan kissebissen over details. Echter: dit is ook het moment om een lonkend alternatief te presenteren aan mensen die beginnen in te zien dat vrijheid belangrijk is. Het wordt steeds duidelijker dat democratie kan leiden tot situaties waar geen redelijk mens vrolijk van wordt. In mijn ogen is geo-liberatarisme niet alleen in theorie beter, maar kan het ook de oplossing bieden voor twee belangrijke problemen waar we vandaag tegenaan lopen: onvrijheid en onbetaalbare grondprijzen.
Laat ik eerst schetsen waar het verschil tussen gewone libertariers en geo-libertariers in zit. Daartoe start ik met het bekende verhaal van een eiland waarop Crusoe en Friday aanspoelen. Wat is redelijk? Wat is vrijheid?
Rothbard schrijft dit over de rechten van de persoon die als eerste aanspoelt:
By finding land resources, by learning how to use them, and, in particular, by actually transforming them into a more useful shape, Crusoe has, in the memorable phrase of John Locke, “mixed his labor with the soil.” In doing so, in stamping the imprint of his personality and his energy on the land, he has naturally converted the land and its fruits into his property.
Dit is de manier waarop niet alleen Rothbard en Locke over grondeigendom denken, maar ook de meeste andere mensen. We vinden het normaal dat mensen grond in bezit nemen, dat deze informatie in het kadaster belandt, en dat we grond vervolgens kunnen verhandelen, zoals we dat ook kunnen doen met alle andere “vruchten van onze arbeid”. De meeste libertariërs beschouwen handel in grond niet als een bijzondere situatie: het is in orde zolang er sprake is van instemming tussen de kopende en verkopende partij.
Natuurlijk wordt de vraag in welke mate Crusoe het eiland bezit pas relevant wanneer er een tweede persoon aanspoelt. En gelukkig gebeurt dit ook. Laten we eens lezen wat Rothbard hierover zegt. Allereerst benadrukt Rothbard de voordelen van vrije handel. Omdat we het daarover met elkaar eens zullen zijn, besteed ik daar hier verder geen aandacht aan. Wat verderop komen de rechten van Friday mbt grondeigendom ter sprake:
If Friday chooses the course of labor and production, then he in natural fact, as in the case of Crusoe, will own the land area which he clears and uses, as well as the fruits of its product. But, as we have noted above, suppose that Crusoe decides to claim more than his natural degree of ownership, and asserts that, by virtue of merely landing first on the island, he “really” owns the entire island, even though he had made no previous use of it. If he does so, then he is, in our view, illegitimately pressing his property claim beyond its homesteading-natural law boundaries, and if he uses that claim to try to eject Friday by force, then he is illegitimately aggressing against the person and property of the second homesteader.
Hier wordt een relatief eenvoudige situatie beschreven: er is voldoende ruimte voor Crusoe en Friday. Het eiland is zo groot dat Crusoe niet alles in gebruik heeft kunnen nemen. Het zou kinderachtig van Crusoe zijn als hij toch al het land claimde. Maar stel je nu eens voor dat Crusoe een terechte claim legde. Hij heeft bijvoorbeeld al het vruchtbare land in gebruik genomen door een enorme moes- en siertuin aan te leggen. In het uiterste geval is er niet alleen geen ruimte over waar Friday voedsel kan verbouwen, maar is er zelf geen hoekje vrij om een hutje neer te zetten. Wat dan?
Geo-libertariers hebben hier een standpunt over dat voor andere libertariers op het eerste gezicht bizar klinkt. Eerder aanspoelen en hard in de tuin werken, maakt Crusoe rechtmatig eigenaar van de verbeteringen die hij heeft aangebracht. Echter, op het wilde (“unimproved”) land zoals hij dat heeft aangetroffen, heeft hij door eerder aangespoeld te zijn niet meer rechten dan Friday.
Ik kan me de bezwaren tegen deze benadering goed voorstellen. Crusoe heeft hard gewerkt om struiken te verwijderen, grond te bewerken en plantjes te zaaien. Hij heeft hekjes neergezet. En opeens moet hij delen met iemand die hij niet heeft uitgenodigd. Het is belangrijk om te benadrukken dat Friday niet zomaar mede-eigenaar wordt de vruchten van de arbeid van Crusoe. Friday heeft slechts gelijke rechten op het onverbeterde land. Echter, later aanspoelen is geen geldige om iemand (veel) minder kansen op een redelijk en vrij bestaan te gunnen. Besef wat de consequenties van een strict eigendom van Crusoe enorm zouden zijn. In feite is Friday zijn slaaf als Crusoe rechtmatig eigenaar is van al het vruchtbare land en er zelfs geen plek over is om een hutje te bouwen. Hij kan Friday vragen om 7 dagen in de week 14 uur per dag te werken in ruil voor een plek voor een hutje en precies voldoende voedsel om te overleven. Crusoe hoeft dan zelf niet meer te werken. Friday zal zeker instemmen, omdat het alternatief terug de zee in gaan is. Door op de traditionele manier te denken over grondeigendom, accepteren we dat Friday een slaaf zou kunnen zijn.
In feite is dit waar het om gaat. Sommige mensen zijn van mening dat je zonder meer eigenaar van grond wordt door het te mixen met je arbeid. Geolibertariers denken hier anders over. De aarde is een geschenk aan de mensheid. Vrijheid houdt in dat we dit geschenk aan de mensheid eerlijk delen en vervolgens eventueel op basis van wederzijdse instemming zaken met elkaar gaan doen. Sinds ik geolibertarier ben, definieer ik vrijheid als “De gelegenheid om te beschikken over jezelf, je deel van de aarde en de vruchten van je arbeid”.
Ik besef dat dit er bij de meeste libertariërs niet direct als zoete koek in zal gaan. Dat is niet vreemd. Accepteren dat de aarde in haar natuurlijke toestand een geschenk aan de mensheid is, in plaats van een interessant beleggingsobject heeft verstrekkende gevolgen. Mijn overtuiging is echter dat er geen enkele zinnige reden te bedenken is waarom Friday veel minder recht op het eiland zou kunnen hebben dan Crusoe. Ook John Locke was het hier overigens mee eens. Hij formuleerde namelijk de “Lockean proviso”: je kunt land enkel in bezit nemen zolang er voldoende land overblijft voor de anderen.
Hoe zou een geolibertarische samenleving eruit kunnen zien? Ten eerste libertarisch. Wat dat inhoudt, hoef ik aan libertariërs niet uit te leggen. Het georgistische element wel. We zouden op deze manier kunnen redeneren:
- De aarde in haar natuurlijke toestand is een geschenk aan de mensheid. Omdat ieder mens met gelijke grondrechten geboren wordt, heeft iedereen gelijke rechten op de aarde.
- Verbeteringen zijn wel privé-bezit. Als ik een huis bouw, is dat van mij en kan ik dat verkopen volgens libertarische principes. Als ik een huis bouw of verbeter, word ik niet gestraft door middel van hogere belastingen.
- Een eigen plek op aarde is natuurlijk wel gewenst. Als ik aardappels poot, wil ik niet dat een ander ze rooit en tegen me zegt: “De aarde is van iedereen”. En de meeste mensen wensen niet dat anderen door hun achtertuin banjeren.
- In theorie zou je dat kunnen bereiken door Nederland in 16 miljoen gelijkwaardige stukjes te hakken. Hiermee is het probleem opgelost dat mensen zich na hun geboorte moeten “invechten”. In de praktijk zou deze methode echter allerlei bezwaren hebben.
- Een meer realistische oplossing zou de hoofdelijk verdeelde grondwaardebelasting kunnen zijn. Niet stoppen met lezen, het gaat hier niet om een belasting die de politieke klasse in staat stelt om mee te profiteren van de hoge huizenprijzen. De overheid verdient niets aan de hoofdelijk verdeelde grondwaardebelasting. De grondwaardebelasting zou kunnen worden geheven over de waarde van grond die je bezit. (En vierkante meter Amsterdam is meer waard dan een vierkante meter Sappemeer.) De opbrengst wordt vervolgens hoofdelijk verdeeld. Bij het juiste tarief zou dit betekenen dat ieder zonder daarvoor te betalen over zijn eerlijke deel van de aarde kan beschikken. Een lager tarief stelt mensen in staat om in elk geval over een deel van hun eerlijke deel te beschikken.
- In het systeem van de hoofdelijk verdeelde grondwaardebelasting kunnen mensen er ook voor kiezen om wat meer of minder grond bezitten. In dat geval betalen ze in feite een vergoeding aan de mensen voor wie minder ruimte overblijft, of ze ontvangen een soort basis-inkomen.
- Vanuit ons huidige stelsel bekeken klinkt dat mogelijk raar. Echter, als we de situatie waarin elk zijn eerlijke deel van de aarde heeft als uitgangspunt beschouwen, is dat heel normaal. Mensen kunnen hun deel immers in ruil voor een vergoeding aan een ander beschikbaar stellen op basis van instemming. Dat is in feite wat hier gebeurt. Er is sprake van vrije handel. Het startpunt is echter niet meer dat sommigen zonder land beginnen en anderen geboren worden in een familie die honderden of duizenden hectares bezit.
- Mensen die hard hebben gewerkt om hun plek op aarde te kopen of zelfs om te kunnen beleggen in grond hebben recht op een schadevergoeding. Tot nu te hebben we het niet als moreel onjuist gezien om te beleggen in grond, dus deze mensen mogen niet slechter af zijn dan mensen die hun spaargeld hebben omgezet in aandelen of bitcoins.
- Openbare ruimte zou zeker ook moeten bestaan. Mensen mogen varen, wandelen of op het strand zitten zonder daarvoor aan iemand te betalen. Ik ben geen tegenstander van elke vorm van ruimtelijke ordening en beschouw het als wenselijk dat niet ons hele land wordt volgebouwd.
In een geolibertarische samenleving houdt vrijheid in dat een mens als startpunt kan beschikken over zijn plek op aarde. Geolibertariers beschouwen dit als normaal. Vervolgens kunnen mensen ervoor kiezen om heel hard te werken voor een paleisje en een sportwagen, maar ze kunnen er ook voor kiezen om rustigaan te doen en in een stacaravan te wonen. Mensen zijn verlost van de zware last van het enorme bedrag dat we nu betalen aan de bezitters van de aarde.
Zonder geolibertarisme wordt lang niet iedereen geboren als een vrij mens. Tot nu toe viel dat misschien nog een beetje mee. Wie hard werkte kon de afgelopen decennia nog wel ergens een huisje kopen en afbetalen. Dat wordt echter voor steeds minder mensen mogelijk. Hoewel libertariërs meestal geen grote fans zijn van Picketty, moeten we erkennen dat een minderheid van de mensheid een steeds groter deel van het vastgoed bezit. Omdat vastgoed een prima belegging is, ligt het niet voor de hand dat deze trend stopt. Nu al kunnen veel mensen geen eigen huis meer kopen. Mensen die dat wel kunnen worden zijn heel goed in geld verdienen of worden geholpen door hun ouders. Vroeg of laat komt het moment waarop beleggers bijna al het vastgoed bezitten en mensen die zonder vastgoed geboren worden veroordeeld zijn om hun hele leven een hoge huur te betalen. Is dat vrijheid? Mijn overtuiging is dat een vrij mens geen slaaf zou moeten zijn van de overheid, maar ook geen slaaf van de bezitters van de aarde.