Communisme en gelijkheid

Het is niet gewenst dat mensen arm zijn/erg hard moeten werken voor een minimaal bestaan. In principe heeft elk mens evenveel recht op een mooi leven en welvaart. Er bestaat geen goede rechtvaardiging waarom iemand die uit een arm gezin komt en/of een laag IQ heeft, minder recht heeft op welvaart dan iemand die rijke ouders heeft en/of heel slim is. Wel mogen mensen er natuurlijk voor kiezen om minder hard te werken en te leven met wat minder materiële welvaart.

Een nogal rigoureuze manier om te komen tot gelijkheid, was de uitvinding van communisme. Hierbij zijn de productiemiddelen geen privé-eigendom meer en werkt ieder naar vermogen.

Het belangrijkste streven zou moeten zijn: gelukkige mensen. Waarom is libertarisme dan een veel beter idee dan het in theorie maximaal eerlijke socialisme/communisme? Het meest korte antwoord is: communisme levert geen leuke wereld op. Bovendien kost deze organisatievorm ook veel welvaart: communisme is niet alleen niet leuk, maar kan ook leiden tot armoe.

Waar zit de denkfout? Ten eerste is het idee dat een mens gelukkig is als het een baan, een huis en een auto heeft wat te simpel gedacht. Elk mens heeft zijn eigen voorkeuren. Zelf allerlei keuzes maken, past niet zo goed in een communistische samenleving. In een libertaristische samenleving bestaat contractvrijheid en kunnen mensen afspraken maken waarvan beide partijen beter verwachten te worden. Ik kan bijvoorbeeld afspreken dat ik niet al te veel werk, en in ruil minder salaris ontvang. Of iemand kan me verleiden om een vervelende/zware klus te doen, door me er veel geld voor te bieden.

Ten tweede: keuzes kunnen maken leidt niet alleen tot meer geluk, maar ook tot meer welvaart. Kunnen kiezen betekent dat er vanzelf een neiging bestaat om tot “optimale allocatie” te komen. Als ik twee dingen kan (bijvoorbeeld schepen repareren of planten telen), kan ik ervoor kiezen om van beroep te wisselen als er aan een van deze vaardigheden een grote behoefte ontstaat. En de bakker kan ervoor kiezen om broden of taarten te bakken in zijn oven, afhankelijk van wat zijn klanten wensen. Dit zorgt voor meer welvaart dan een plan-economie, waar dit mechanisme van keuzes maken van nature niet bestaat.

Communisme lijkt op het moment niet op de loer te liggen, maar stapjes in de richting van meer socialisme en minder keuze-vrijheid liggen wel op de loer. De overheid is extreem bemoeizuchtig en verzint steeds meer redenen om meer zaken aan ons op te leggen. Daarom is het belangrijk dat mensen zich bewust zijn van het enorme voordeel van libertarisme ten opzichte van communisme.

Dan blijft er nog een dingetje over: een van mijn wensen is een beetje communistisch: is wil de natuurlijke bronnen delen. Dat lijkt toch een beetje op communisme? Ja, en ik zie dan ook het gevaar in van een inefficiënte en onrechtvaardige organisatie die dit zou kunnen gaan uitvoeren. Een soort overheid, bah… Waarom is het dan toch belangrijk om natuurlijke bronnen te delen?

Ten eerste omdat het niet delen van de natuurlijke bronnen een groot onrecht is. Het leidt tot armoede. Omdat een paar mensen erin zijn geslaagd om zich de natuurlijke bronnen toe te eigenen, moeten anderen krom liggen om de natuurlijke bronnen die ze nodig hebben te kunnen betalen.

Ten tweede is het delen van natuurlijke bronnen gevolgd door vrije handel fundamenteel anders dan communisme. Als we de natuurlijke bronnen eerlijk verdelen, en vervolgens mag iedereen ermee doen wat bij leuk vindt, waar hij gelukkig van wordt, heeft iedereen de kans om naar eigen inzicht een mooi bestaan op te bouwen. Op het verdelen van de natuurlijke bronnen na, dienen mensen dus zo vrij mogelijk te zijn. En dat is precies waar links-libertarisme voor staat: zelf-eigenaarschap naast het op de juiste manier omgaan met het verdelen van de natuurlijke bronnen (“world-ownerschip”).

Terug naar het ideaal van communisme: misschien vraagt u zich toch nog af of een libertaristische wereld, met zoveel vrijheid, wel kan leiden tot voldoende gelijkheid. Hierop zijn volgens mijn twee antwoorden mogelijk.

  1. Mijn makkelijke antwoord: het eerlijk delen van de natuurlijke bronnen neemt al zoveel ongelijkheid weg, dat in feite de problemen met ongelijkheid hiermee min of meer opgelost zullen zijn. De paar mensen die ondanks het delen van de hulpbronnen nog aan gebrek dreigen te lijden, kunnen makkelijk geholpen worden met een klein beetje behulpzaamheid.
  2. Het wat ingewikkeldere antwoord van de echte filosoof: ongelijkheid kan worden opgelost door de manier waarop de natuurlijke hulpbronnen worden verdeeld. Een gehandicapte heeft bijvoorbeeld wat meer recht op hulpbronnen dan iemand die volle bak aan het werk kan. Wie hierover meer wil lezen, zou het werk van Otsuka (Libertarianism without inequality) eens kunnen lezen.

Hoe belangrijk een zekere mate van gelijkheid ook is, ik hoop dat u inziet dat er veel betere oplossingen bestaan dan het communisme. Hoewel het niet voor de hand ligt dat het communisme wordt ingevoerd, is het inperken van keuze-vrijheid door overheden een gevaar is dat wel continu op de loer ligt en erg schadelijk is voor ons geluk en welvaart! Dus liever geen communisme, socialisme of Piketty, maar wel de natuurlijke bronnen die de wereld ons cadeau geeft eerlijk delen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *