Het heeft bij mij heel wat jaartjes geduurd voordat het kwartje viel, dus ik heb er begrip voor als u mij in eerste instantie voor gek verklaart. De eerste mensen die vonden dat slavernij verkeerd was, werden ook voor gek verklaard. Thomas Paine heeft niet alleen een rol gespeeld bij het afschaffen van slavernij, maar was met zijn essay “Agrarian justice” ook een grondlegger van het Georgisme enz.
Ik ben groot fan van vrijheid, ik denk dat men mij zelfs wel een libertarist zou kunnen noemen. Een belangrijk onderdeel hiervan is een overtuiging dat vrije handel goed is. Als twee mensen een deal verzinnen, waarvan ze allebei blij worden, is er niet snel een goede reden om ze te hinderen. Ook als ik mijn huis verkoop, is hiervan sprake: ik wil liever een bepaalde hoeveelheid geld dan mijn huis, een ander wil liever mijn huis dan een bepaalde hoeveelheid geld. Als het goed is, worden van de deal beide partijen beter. Waarom is “gewone vrije handel” in grond niet in orde?
De ideeen van Henry George (volgens mij gebaseerd op “Agrarian Justice” van Thomas Paine) zijn voor mij een belangrijke bron van inspiratie. Het uitgangspunt dat iedereen door geboorte recht heeft op een eerlijk deel van wat de aarde ons “gratis” biedt, zoals een plek om te wonen/werken is wat mij betreft juist. Veel problemen op gebied van ongelijkheid bestaan doordat we leven in een maatschappij waarin grond wordt verhandeld via het kadaster, in plaats van dat er eerlijk wordt gedeeld.
Bij het nadenken over de ethiek van het verdelen van de wereld, kan men het beste starten met een onbewoond eiland waar 10 mensen aanspoelen. Wie heeft er het meeste recht op de grond? De sterkste? De eerste die op het idee komt om eigendom te claimen door een hek te plaatsen? Volgens mij is de oplossing simpel: geen van de 10 personen heeft een reden om meer te claimen dan een van de anderen: de grond zou in principe eerlijk gedeeld moeten worden.
Als er een week later nog iemand aanspoelt, heeft die dan pech gehad? Wat mij betreft is “eerder aanspoelen” geen geldige reden om minder/geen rechten te hebben op grond. Natuurlijk is het wat onhandig als de eerste 10 mensen net hekjes hebben geplaatst, maar ethisch gezien lijkt deze situatie me overzichtelijk en de juiste verdeling duidelijk. Overigens is dit vraagstuk natuurlijk enkel relevant als er sprake is van schaarste: als het eiland heel groot is, kan iedereen zijn tuin gewoon zo groot maken als hij wil…
Dan naar de praktische oplossingen om de natuurlijke hulpbronnen te verdelen.
Op internet kom je vaak het idee van “Land-value tax” (LVT) tegen. Het gaat hierbij om een belasting op het bezitten van land. Het gaat uitdrukkelijk enkel om de waarde van de grond, niet om de “verbeteringen” die men aanbrengt. Men wordt niet gestraft voor het opknappen van een woning. Wel wordt men gestraft voor speculeren in land. Ook voor een kavel met een krot op een mooie plek, betaalt men LVT.
Deze methode kent enkele voordelen. Ten eerste is de prikkel “goed”: productief gedrag wordt niet belast, plek bezet houden wel. Bovendien is het innen van deze belasting, die men vaak graag als enige belasting (single tax) zou zien erg eenvoudig. Een kadaster en een kaartje met grondprijzen gebruiken is veel eenvoudiger dan alle ingewikkelde bochten waarin overheden zich op het moment wringen om allerlei belastingen te kunnen innen.
Een bezwaar is in mijn ogen dat de LVT vloeit naar de algemene middelen en wordt vervolgens gebruikt om “leuke dingen” mee te doen. Dit is iets anders dan (gratis) recht hebben op je eerlijke deel van de beschikbare plek op aarde, of een vergoeding voor de plek die je eventueel afstaat aan een ander. Moreel gezien zijn er in mijn ogen twee fundamenteel verschillende zaken te regelen:
a. De wereld eerlijk delen. Dwz: iedereen heeft, puur door geboren te zijn, evenveel recht op “ruimte”. Dit is wat “earth-sharing” volgens mij in het ideale geval in zou moeten houden. Dit zou gerealiseerd kunnen worden door de LVT te innen en vervolgens hoofdelijk te verdelen over de bevolking. Op deze wijze wordt deze belasting enkel gebruikt om verschillen in het gebruiken van natuurlijke hulpbronnen recht te breien.
b. Mensen die hulp nodig hebben helpen. Iemand die een plekje op aarde heeft (en iedereen heeft daar recht op), kan misschien toch niet in zijn/haar levensonderhoud voorzien. In dat geval is helpen aardig. De voorkeur gaat dan wat mij betreft uit naar vrijwillige hulp. Als dat te weinig oplevert, is een soort vorm van belasting innen als laatste redmiddel gerechtvaardigd. In dit geval geldt echter in mijn ogen, dat de mensen die het meest eenvoudig geld kunnen verdienen (dwz mensen die heel sterk of heel slim zijn) wat meer zouden mogen bijdragen dan mensen die moeite hebben om hun eigen hoofd boven water te houden.
Punt b staat dus wat mij betreft los van punt a. De hoeveelheid geld die nodig is om problemen met armoede op te lossen, zou echter veel lager zijn, als punt a goed geregeld was!
Conclusie: gedachtegoed van de Georgisten/Geo-libertaristen/Earth-sharing verdient het om serieus genomen te worden! Zolang het enkel gebeurt met de natuurlijke hulpbronnen die we cadeau krijgen, is er niks mis met “eerlijk delen”. Het kan een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van de wereldproblemen.
Voor de liefhebber: de hedendaagse filosoof Otsuka heeft deze ideeën in zijn boek”Libertarianism without inequality” nog verder uitgewerkt.