Normale spelregels en uitzonderingen

Het is erg handig dat het een normale spelregel is dat we elkaar op straat niet schoppen en slaan. Ook wordt het niet als normaal gezien om dingen van elkaar af te pakken. De meeste kinderen leren op jonge leeftijd dat dit zo hoort. Natuurlijk bestaan er uitzonderingen. Er zijn goede redenen te verzinnen om in een bepaalde situatie iemand wel te slaan of iets af te pakken. Iemand die honger heeft en van niemand hulp krijgt, zouden we bijvoorbeeld misschien wel niet slecht vinden als hij eten af zou pakken van iemand die meer dan genoeg heeft.

Het is echter erg belangrijk om een duidelijk onderscheid te hebben tussen de normale spelregels en de bijzondere gevallen waarin we van deze normale spelregels afwijken. Waarom? Omdat de wereld anders onbegrijpelijk wordt. Sommige mensen denken dat de huidige samenleving staat voor orde, en anarchisme voor chaos, ik denk het omgekeerde. De huidige samenleving is zo ingewikkeld gemaakt dat de normale spelregels zo goed als onzichtbaar zijn. Door deze mate van complexiteit valt nauwelijks meer vast te stellen of een bepaalde actie moreel juist is.

Daarom zou ik graag zien dat er een duidelijke volgorde bestaat: eerst de normale spelregels, en hier pas van afwijken als daar een overtuigende reden voor is.

Wat mij betreft zou de eerste normale spelregels moeten zijn dat een mens de baas is over zichzelf. Een mens mag zelf weten wat hij doet met zijn lichaam en met de vruchten van zijn arbeid. Wie ben ik om te zeggen dat mijn buur allerlei dingen anders zou moeten doen? Leven en laten leven. In principe zou het zelf maken van keuzes moeten leiden tot optimaal levensgeluk. Economen noemen dat volgens mij optimale allocatie. Als ik heel erg goed ben in een vervelend klusje, kan ik de afweging maken of ik dat vervelende klusje de hele dag doe voor anderen doe in ruil voor veel geld. Of ik kan besluiten om niks te  doen en gras te eten. Ergens tussen deze uitersten ligt het optimum. De vrijheid houdt pas op als een ander geschaad/aangevallen/bedreigd wordt. Men spreekt daarom ook wel van het non-agressie-principe: niemand mag geweld initieren. Deze spelregel lijkt erg op het ideaalbeeld van de (neo-)liberale samenleving: geen overheidsbemoeienis maar de mensen het zelf uit laten zoeken. Daartegen bestaan ook allerlei bezwaren. Mijn overtuiging is echter dat de tweede normale spelregel in heel veel gevallen voldoende tegenwicht biedt.

De tweede normale spelregel is echter mogelijk wel een stuk lastiger aan u te verkopen, omdat deze sterk afwijkt van wat we gewend zijn. Laten we daarom beginnen met een wat exotisch gedachte-experiment. Stel dat ik op het idee kom om lucht te gaan hamsteren. Ik plaats in mijn tuin een aantal grote vaten waarin ik met een compressor zoveel mogelijk lucht pomp. Op deze manier weet ik zeker dat ik altijd genoeg lucht zal hebben om adem te halen. Ik ben trendsetter: veel andere mensen schaffen ook vaten en compressoren aan. Enkele grote bedrijven stappen ook in deze handel. Ze gaan lucht opslaan en verkopen. De overheid begint zich ermee te bemoeien en besluit bepaalde bedrijven wel of geen toestemming te verlenen om lucht te oogsten en verkopen. Inmiddels begint de lucht schaars te worden: om lekker te ademen, moet je wel lucht kopen. Door middel van toeslagen maakt de overheid gelukkig lucht ook betaalbaar voor mensen met een laag inkomen.

Waarschijnlijk bent u het met me eens dat het geschetste scenario niet gewenst is. Iedereen zou recht moeten hebben op gratis lucht. Iedereen heeft evenveel recht op lucht. De mensen die als eerste bedacht hebben dat het handelswaar kan zijn, hebben niet meer recht op lucht dan de anderen. En het stelsel van bedrijven met vergunningen en toeslagen maakt de wereld onnodig ingewikkeld en buitengewoon gevoelig voor allerlei politieke spelletjes. Laat daarom liever gewoon iedereen over zijn eerlijke deel van de lucht beschikken.

Lucht is echter niet het enige dat de aarde aan mensheid cadeau doet, en wat we eerlijk zouden moeten delen. Er zijn nog wat vergelijkbare zaken, zoals water, ijzer en grond (plek). Met name grond wordt op het moment verhandeld op dezelfde manier als het niet zo aanlokkelijke voorbeeld over lucht. En er is in het geval van grond sprake van een stevige mate van schaarste. Hierdoor kan lang niet elk mens gebruik maken van zijn eerlijke aandeel in de hoeveelheid plek op aarde. Dit leidt tot een soort slavernij. Wie geen grond heeft om te wonen en zijn eigen voedsel te verbouwen, of om een bedrijfje te starten, is verplicht om ergens een baantje te zoeken.

Ik wil zeker niet de indruk wekken dat mensen allemaal hun eigen voedsel zouden moeten verbouwen. Specialisatie leidt tot welvaart, boeren kunnen efficiënt voedsel verbouwen, en dat zorgt ervoor dan andere mensen andere dingen kunnen doen. Echter, het een ander ontnemen van zijn eerlijke deel van de  ruimte op aarde, is volgens mij een agressieve daad. Het zal in de meeste gevallen zeker niet agressief bedoeld zijn. De meeste mensen zullen het als normaal beschouwen dat grond kopen het recht geeft om over grond te beschikken. Denk nu echter nog eens terug aan het voorbeeld over lucht. Grond en lucht zijn niet door mensen gemaakt. De beschikbare hoeveelheid is beperkt. In geval van schaarste is eerlijk delen daarom moreel juist.

Natuurlijk kunnen mensen vanuit het startpunt van grond eerlijk delen vervolgens op basis van vrijwilligheid allerlei afspraken maken. Ik kan bijvoorbeeld mijn grond grotendeels beschikbaar stellen aan een boer en hier een vergoeding voor krijgen. Mogelijk zijn boeren enkel bereid om voedsel te leveren aan mensen die grond beschikbaar stellen, allerlei vormen van handel drijven zijn mogelijk.

Mijn punt is echter: de normale spelregels zouden moeten zijn:

1.  Non-agressie: een mens is baas over zichzelf. Een ander zomaar ergens toe dwingen/iets verbieden is in principe ongewenst. Een samenleving is beschaafder wanneer mensen op basis van vrijwilligheid met elkaar omgaan en zo weinig mogelijk dwang gebruiken.

2. (Valt in feite onder 1.) Het anderen ontnemen van hun eerlijke deel van de natuurlijke hulpbronnen (zoals lucht en land) is een vorm van initiatie van geweld. Mensen hebben recht op hun eerlijke deel van de hulpbronnen. Ze kunnen vervolgens natuurlijk wel besluiten om hun deel aan een ander te verhuren, in de vorm van een overeenkomst waarmee beide partijen instemmen.

Normale spelregels waarover de mensen het min of meer eens zijn, leiden tot rust. Dit zou de basis moeten zijn van vreedzaam samenleven.

Vervolgens kunnen er natuurlijk wel situaties bestaan waarin het gerechtvaardigd is om van de normale spelregels af te wijken. Wat mij betreft is dit enkel het geval als dit noodzakelijk is om ongeluk te voorkomen en moet men hier zeer terughoudend in zijn.

Bij het afwijken van het principe van non-agressie bestaat er wat mij betreft een heel goed criterium dat als rem kan fungeren: men moet een dreigend probleem eerst zelf proberen op te lossen en mag van een ander nooit meer offers vragen dan men zelf brengt. Een medemens bestelen om iemand die honger heeft te helpen, is dus mogelijk maar:

*Enkel als zelf helpen geen optie is. Bijvoorbeeld omdat je zelf geen geld meer kunt missen zonder hiervoor arm te worden. Dit is bijvoorbeeld het geval als je niet een hongerige wilt helpen, maar een flink aantal.

*Enkel als je van de ander niet meer vraagt dan van jezelf. Een rijke belastingambtenaar die geld afpakt van mensen die zelf niet rijk zijn, is dus niet goed bezig.

Ik ben ervan overtuigd dat het nuttig is om deze paar eenvoudige spelregels steeds als basis te gebruiken wanneer men nadenkt over allerlei ingewikkelde plannen van bijvoorbeeld de overheid. Wanneer men ze uit het oog verliest, leidt dat tot een samenleving waarin het de norm is om elkaar te slaan of te bestelen. Een samenleving met zo weinig mogelijk agressie of dwang heeft echter mijn sterke voorkeur.

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *