De barbaren komen

Juridisch enigszins weerloos zijn, is de perfecte manier om na te gaan in welke mate je omgeving beschaafd te noemen is. Ga maar eens in een tentje wonen op Lesbos zonder het juiste paspoort. Of op een schip in Nederland. Je tentje was niet zo duur, dus je hebt geen al te vette baan nodig om redelijk te kunnen eten. In Nederland is plenty water, dus een geschikte ligplaats moet makkelijk te vinden zijn. Je neemt veel minder plaats in dan alle anderen, dus men is je dankbaar voor alle plek die je vrij laat. Als er wat meer mensen zouden kiezen voor een mobiele, compacte of tijdelijke woonvorm, waren er minder lelijke wijken vol huizen met maximale aantallen kubieke meters nodig.

Iemand die naast de plek waar je bootje ligt woont, vraagt of je stroom nodig hebt. De vluchteling mag mee in de klusbus omdat er werk genoeg is. Ieder gunt de ander zijn plekje op aarde.

Het zou zo mooi kunnen zijn, maar juridisch enigszins weerloos zijn verandert in een hel zodra de barbaren komen. De barbaren zien er eigenlijk keurig uit, ze zijn gewapend met de wet en vallen je daarmee aan. Je moet de zo goed als lege kade waaraan je ligt verlaten omdat je bestaan in strijd is met de Algemene Plaatselijke Verordening. Er is overal plek, maar je mag nergens liggen, je mag niet bestaan. De barbaren vreten energie van de redelijke mensen. Er blijft bijna geen energie over om redelijk te doen…

De barbaren denken anders om. Ze zien zichzelf als de beschaving. Als zij er niet zouden zijn, zou het immers een rommeltje worden.

Hoewel de barbaren grondig te werk gaan, vergeten ze soms een plekje. Hier kan een paradijsje ontstaan. Wat heb ik een mooie tijd gehad in een haven waar wonen mogelijk was. We hadden zelfs een adres en een brievenbus… Af en toe deden de barbaren iets om ons het leven zuur te maken. Een nare brief sturen om je eraan te herinneren dat je geen rechten hebt. Proberen je adres op te heffen. Niet alle barbaren werken voor de overheid. De haven waar we woonden, maakte het liggeld steeds hoger, omdat het kon. We konden immers nergens anders heen, op een andere plek zou de overheid ons direct opruimen. De mensen van de haven waren wel blij met de overheid…

Misschien klinkt het wat ingewikkeld. Wanneer zijn mensen barbaren? Als ik ze stom vind? Volgens mij bestaan er betere criteria. Om geen barbaar te zijn, dien je je aan enkele simpele regels te houden:

1) Je moet je best doen om mensen die het moeilijk hebben te helpen. Als je het tegengestelde doet, bijvoorbeeld door te proberen om er een slaatje uit te slaan als mensen weerloos zijn, ben je geen redelijk mens.

2) Je moet anderen hun vrijheid gunnen, dat wil zeggen: geen geweld of dwang gebruiken zolang een ander dat ook niet doet. Wie zich wat te graag met een ander bemoeit en zomaar allerlei regels oplegt, maakt een ernstige fout.  Vrijwilligheid verdient een duidelijke voorkeur boven dwang.

3) Gun een ander zijn plekje op aarde. Of preciezer: gun een ander zijn eerlijke deel van de natuurlijke hulpbronnen die de aarde ons cadeau doet, zoals ruimte, lucht, water, ijzer en licht. Wie trucs gebruikt om anderen hun deel hiervan te ontzeggen, zoals bijvoorbeeld het kadaster en de wet, is wreed.

In een ideale samenleving zou de wet van de overheid overeenkomen met de morele regels waaraan een redelijk mens zich houdt. Dit is echter veel te vaak niet het geval. En juist dan is het buitengewoon interessant om te zien hoe mensen handelen. Vooral wie juridisch een beetje weerloos is, kan dat optimaal waarnemen.

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *